Summary
Dutch to English: more detail...
- waarmaken:
-
Wiktionary:
- waarmaken → make good
- waarmaken → prove, demonstrate, show, attest, bear witness, testify, certify, witness, vouch
Dutch
Detailed Translations for maken waar from Dutch to English
waarmaken:
-
waarmaken
Conjugations for waarmaken:
o.t.t.
- maak waar
- maakt waar
- maakt waar
- maken waar
- maken waar
- maken waar
o.v.t.
- maakte waar
- maakte waar
- maakte waar
- maakten waar
- maakten waar
- maakten waar
v.t.t.
- heb waargemaakt
- hebt waargemaakt
- heeft waargemaakt
- hebben waargemaakt
- hebben waargemaakt
- hebben waargemaakt
v.v.t.
- had waargemaakt
- had waargemaakt
- had waargemaakt
- hadden waargemaakt
- hadden waargemaakt
- hadden waargemaakt
o.t.t.t.
- zal waarmaken
- zult waarmaken
- zal waarmaken
- zullen waarmaken
- zullen waarmaken
- zullen waarmaken
o.v.t.t.
- zou waarmaken
- zou waarmaken
- zou waarmaken
- zouden waarmaken
- zouden waarmaken
- zouden waarmaken
diversen
- maak waar!
- maakt waar!
- waargemaakt
- waarmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for waarmaken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
realise | waarmaken | beseffen; bewerkstelligen; doorzien; inzien; kapitaliseren; onderkennen; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken |
realize | waarmaken | beseffen; bewerkstelligen; doorzien; inzien; kapitaliseren; onderkennen; realiseren; totstandkomen; verwerkelijken; verwezenlijken |
substantiate | waarmaken |
Wiktionary Translations for waarmaken:
waarmaken
Cross Translation:
verb
-
tot een realiteit maken
- waarmaken → make good
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• waarmaken | → prove; demonstrate; show; attest; bear witness; testify; certify; witness; vouch | ↔ démontrer — prouver d’une manière évidente et convaincante. |
• waarmaken | → prove | ↔ prouver — établir la vérité de quelque chose par le raisonnement ou par le témoignage. |