Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. meer:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for meers from Dutch to English

meers form of meer:

meer adj

  1. meer
    more
  2. meer (extra; aanvullend)
    – nog iets erbij, een grotere hoeveelheid dan gewoonlijk 1
    extra; additional
    – further or added 2
    • extra adj
      • need extra help2
      • an extra pair of shoes2
    • additional adj
      • called for additional troops2

meer [het ~] noun

  1. het meer (zoetwatermeer)
    – grote waterplas, omgeven door land 1
    the lake; the pond

meer [de ~ (m)] noun

  1. de meer
    the lake

Translation Matrix for meer:

NounRelated TranslationsOther Translations
extra aanhangsel; aanvulling; addendum; appendix; bijvoegsel; figurant; figurante; supplement; toegift; toevoeging; toevoegsel; voordeel
lake meer; zoetwatermeer plas; poel; vijver
pond meer; zoetwatermeer plas; poel; vijver
- extra
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
additional aanvullend; extra; meer
extra aanvullend; extra; meer
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- verder
ModifierRelated TranslationsOther Translations
extra extra; toegevoegd
more meer frequenter; vaker

Related Words for "meer":

  • meren, meers, meertje, meertjes

Synonyms for "meer":


Antonyms for "meer":


Related Definitions for "meer":

  1. nog iets erbij, een grotere hoeveelheid dan gewoonlijk1
    • ik kreeg meer geld dan vorige week1
  2. grote waterplas, omgeven door land1
    • we gaan naar het meer van Genève1
  3. vaker1
    • dat moet je meer doen!1
  4. naast dat wat al genoemd is1
    • wie waren er nog meer?1

Wiktionary Translations for meer:

meer
noun
  1. body of water
adverb
  1. in negative or interrogative constructions
  2. -

Cross Translation:
FromToVia
meer lake See — Namensbestandteil vieler Seen[1]
meer lake See — ein stehendes Gewässer, das von Land umgeben ist
meer more davantage — Plus. (Sens général).
meer lake; loch; mere lac — Étendue d’eau (1):
meer pond; pool mare — petit lac, étendue d’eau
meer more plus — Comparatif de beaucoup
meer extra; supplementary; another; one more; further; additional; bonus supplémentaire — Qui sert de supplément, qui s’ajouter.