Dutch
Detailed Translations for met palen stutten from Dutch to English
met palen stutten:
Conjugations for met palen stutten:
o.t.t.
- stut met palen
- stut met palen
- stut met palen
- stutten met palen
- stutten met palen
- stutten met palen
o.v.t.
- stutte met palen
- stutte met palen
- stutte met palen
- stutten met palen
- stutten met palen
- stutten met palen
v.t.t.
- heb met palen gestut
- hebt met palen gestut
- heeft met palen gestut
- hebben met palen gestut
- hebben met palen gestut
- hebben met palen gestut
v.v.t.
- had met palen gestut
- had met palen gestut
- had met palen gestut
- hadden met palen gestut
- hadden met palen gestut
- hadden met palen gestut
o.t.t.t.
- zal met palen stutten
- zult met palen stutten
- zal met palen stutten
- zullen met palen stutten
- zullen met palen stutten
- zullen met palen stutten
o.v.t.t.
- zou met palen stutten
- zou met palen stutten
- zou met palen stutten
- zouden met palen stutten
- zouden met palen stutten
- zouden met palen stutten
diversen
- stut met palen!
- stut met palen!
- met palen gestut
- met palen stuttend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for met palen stutten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
support | aanhangen; aanmoedigen; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanvuren; assistentie; bijstand; dienst; dienstbetoon; driepoot; gunst; houvast; hulpbetoon; kost; medewerking; onderbouwing; onderhoud; onderhoudsgeld; onderstel; ondersteuning; opwekking; poot; rugsteun; schoorbalk; schraagpijler; schuinse steunbalk; sokkel; staander; steun; steunbalk; stimulans; stimuleren; stut; stutbalk; support; toejuichen; voedsel; voet; voetstuk; zuilvoet | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
support | met palen stutten; schragen; stutten | aanmoedigen; activeren; behouden; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezielen; bijspringen; bijvallen; dragen; financieel steunen; financieren; goedkeuren; homologeren; in stand houden; instemmen; meehelpen; onderhouden; ondersteunen; oppeppen; opwekken; rugsteunen; schoren; schragen; steunen; stimuleren; stutten; van mening zijn; voorstaan |
underpin | met palen stutten; schragen; stutten |