Dutch
Detailed Translations for mijmerend from Dutch to English
mijmerend:
-
mijmerend (in gedachten verzonken; nadenkend; peinzend)
absorbed in thought; thoughtful; pensive; musing; day-dreaming; far away-
thoughtful adj
-
pensive adj
-
musing adj
-
day-dreaming adj
-
far away adj
-
mijmerend (soezend; dromerig; suffend)
Translation Matrix for mijmerend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
day-dreaming | gemijmer; gepeins; mijmering | |
musing | dagdromen; gemijmer; gepeins; mijmering; prakkizeren | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
dreamy | dromerig; mijmerend; soezend; suffend | |
musing | in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend | dromerig; geneigd te dromen |
pensive | in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend | droefgeestig; melancholisch; naargeestig; somber; triest; troosteloos; zwaarmoedig |
thoughtful | in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
absorbed in thought | in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend | |
day-dreaming | dromerig; in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend; soezend; suffend | dromerig; geneigd te dromen |
far away | in gedachten verzonken; mijmerend; nadenkend; peinzend | ver; veraf; verafgelegen |
mijmerend form of mijmeren:
-
mijmeren
Conjugations for mijmeren:
o.t.t.
- mijmer
- mijmert
- mijmert
- mijmeren
- mijmeren
- mijmeren
o.v.t.
- mijmerde
- mijmerde
- mijmerde
- mijmerden
- mijmerden
- mijmerden
v.t.t.
- heb gemijmerd
- hebt gemijmerd
- heeft gemijmerd
- hebben gemijmerd
- hebben gemijmerd
- hebben gemijmerd
v.v.t.
- had gemijmerd
- had gemijmerd
- had gemijmerd
- hadden gemijmerd
- hadden gemijmerd
- hadden gemijmerd
o.t.t.t.
- zal mijmeren
- zult mijmeren
- zal mijmeren
- zullen mijmeren
- zullen mijmeren
- zullen mijmeren
o.v.t.t.
- zou mijmeren
- zou mijmeren
- zou mijmeren
- zouden mijmeren
- zouden mijmeren
- zouden mijmeren
diversen
- mijmer!
- mijmert!
- gemijmerd
- mijmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for mijmeren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
muse | muze | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
muse | mijmeren | nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren; zinnen op |