Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. mislukt:
  2. mislukken:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for mislukt from Dutch to English

mislukt:

mislukt adj

  1. mislukt
    failed
    – A state that applies to a resource or a node in a failover cluster or server cluster. A resource or a node is placed in the failed state after a specified number of unsuccessful attempts to bring it online. 1

Translation Matrix for mislukt:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
failed mislukt

Wiktionary Translations for mislukt:


Cross Translation:
FromToVia
mislukt abortive abortif — (vieilli) Qui venir avant terme, qui n’pouvoir acquérir son entier développement.

mislukken:

mislukken verb (misluk, mislukt, mislukte, mislukten, mislukt)

  1. mislukken (falen; verkeerd lopen; misgaan; )
    to fail; to flop; to go wrong; to meet with disaster; to fall flat; lose one's face

Conjugations for mislukken:

o.t.t.
  1. misluk
  2. mislukt
  3. mislukt
  4. mislukken
  5. mislukken
  6. mislukken
o.v.t.
  1. mislukte
  2. mislukte
  3. mislukte
  4. mislukten
  5. mislukten
  6. mislukten
v.t.t.
  1. ben mislukt
  2. bent mislukt
  3. is mislukt
  4. zijn mislukt
  5. zijn mislukt
  6. zijn mislukt
v.v.t.
  1. was mislukt
  2. was mislukt
  3. was mislukt
  4. waren mislukt
  5. waren mislukt
  6. waren mislukt
o.t.t.t.
  1. zal mislukken
  2. zult mislukken
  3. zal mislukken
  4. zullen mislukken
  5. zullen mislukken
  6. zullen mislukken
o.v.t.t.
  1. zou mislukken
  2. zou mislukken
  3. zou mislukken
  4. zouden mislukken
  5. zouden mislukken
  6. zouden mislukken
diversen
  1. misluk!
  2. mislukt!
  3. mislukt
  4. mislukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for mislukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
flop afgang; blamage; echec; fiasco; flop; mislukking; misser; teschandemaking
VerbRelated TranslationsOther Translations
fail afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen blijven zitten; doubleren; te kort schieten; tegenvallen; verongelukken
fall flat afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen onderuitgaan; slippen; uitglibberen; uitglijden; uitschieten; uitschuiven; wegschieten
flop afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen kwakken; neerkwakken; smakken
go wrong afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen
lose one's face afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen
meet with disaster afgaan; falen; floppen; in de puree lopen; misgaan; mislopen; mislukken; stranden; verkeerd lopen verongelukken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
go wrong ongerede

Antonyms for "mislukken":


Related Definitions for "mislukken":

  1. fout gaan2
    • de overval mislukte doordat de politie gewaarschuwd was2

Wiktionary Translations for mislukken:

mislukken
verb
  1. verkeerd aflopen, zonder het gewenste resultaat
    • mislukkenfail
mislukken
verb
  1. not achieve a goal
  2. be unsuccessful

Cross Translation:
FromToVia
mislukken fail misslingenintransitiv: nicht gelingen, nicht von Erfolg, Brauchbarkeit, Nutzen sein
mislukken abort; miscarry avorter — biologie|fr mettre bas accidentellement un fœtus non viable (pour les femmes, on dit « faire une fausse couche »).