Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. nadelig zijn voor:


Dutch

Detailed Translations for nadelig zijn voor from Dutch to English

nadelig zijn voor:

nadelig zijn voor verb (ben nadelig voor, bent nadelig voor, is nadelig voor, was nadelig voor, zijn nadelig voor, nadelig geweest voor)

  1. nadelig zijn voor

Conjugations for nadelig zijn voor:

o.t.t.
  1. ben nadelig voor
  2. bent nadelig voor
  3. is nadelig voor
  4. zijn nadelig voor
  5. zijn nadelig voor
  6. zijn nadelig voor
o.v.t.
  1. was nadelig voor
  2. was nadelig voor
  3. was nadelig voor
  4. zijn nadelig voor
  5. zijn nadelig voor
  6. zijn nadelig voor
v.t.t.
  1. ben nadelig geweest voor
  2. bent nadelig geweest voor
  3. is nadelig geweest voor
  4. zijn nadelig geweest voor
  5. zijn nadelig geweest voor
  6. zijn nadelig geweest voor
v.v.t.
  1. was nadelig geweest voor
  2. was nadelig geweest voor
  3. was nadelig geweest voor
  4. waren nadelig geweest voor
  5. waren nadelig geweest voor
  6. waren nadelig geweest voor
o.t.t.t.
  1. zal nadelig zijn voor
  2. zult nadelig zijn voor
  3. zal nadelig zijn voor
  4. zullen nadelig zijn voor
  5. zullen nadelig zijn voor
  6. zullen nadelig zijn voor
o.v.t.t.
  1. zou nadelig zijn voor
  2. zou nadelig zijn voor
  3. zou nadelig zijn voor
  4. zouden nadelig zijn voor
  5. zouden nadelig zijn voor
  6. zouden nadelig zijn voor
diversen
  1. ben nadelig voor!
  2. weest nadelig voort!
  3. nadelig geweest voor
  4. nadelig zijn voor
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nadelig zijn voor:

VerbRelated TranslationsOther Translations
detrimental nadelig zijn voor
disadvantageous nadelig zijn voor
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
detrimental duperend; nadelig; ongunstig; onvoordelig; slecht bekomend

Related Translations for nadelig zijn voor