Dutch
Detailed Translations for nastreven from Dutch to English
nastreven:
-
nastreven (trachten te verkrijgen; vervolgen; najagen)
Conjugations for nastreven:
o.t.t.
- streef na
- streeft na
- streeft na
- streven na
- streven na
- streven na
o.v.t.
- streefde na
- streefde na
- streefde na
- streefden na
- streefden na
- streefden na
v.t.t.
- heb nagestreefd
- hebt nagestreefd
- heeft nagestreefd
- hebben nagestreefd
- hebben nagestreefd
- hebben nagestreefd
v.v.t.
- had nagestreefd
- had nagestreefd
- had nagestreefd
- hadden nagestreefd
- hadden nagestreefd
- hadden nagestreefd
o.t.t.t.
- zal nastreven
- zult nastreven
- zal nastreven
- zullen nastreven
- zullen nastreven
- zullen nastreven
o.v.t.t.
- zou nastreven
- zou nastreven
- zou nastreven
- zouden nastreven
- zouden nastreven
- zouden nastreven
diversen
- streef na!
- streeft na!
- nagestreefd
- nastrevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
nastreven (najagen)
Translation Matrix for nastreven:
Wiktionary Translations for nastreven:
nastreven
Cross Translation:
verb
nastreven
-
een doel trachten te bereiken
- nastreven → pursue
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nastreven | → aim for; strive after; strive for | ↔ erstreben — (transitiv), gehoben: nach etwas streben, etwas zu erreichen suchen |
• nastreven | → breathe; inhale; aspirate; aspire; long for; yearn; ache; long; ache for; aspire to; hope for | ↔ aspirer — Traductions à trier suivant le sens |