Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. normaal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for normaalste from Dutch to English

normaal:


Translation Matrix for normaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
common algemene; park; stadspark
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
common gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal algemeen; alledaags; alledaagse; courant; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeenschappelijk; gewoon; meer personen betreffend; niets bijzonders; ordinair
customary gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal gewoontegetrouw; traditiegetrouw; traditioneel; volgens de traditie
habitual gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
normal gewoon; normaal geregeld; op vaste tijden; regelmatig; regulier
ordinary gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal alledaags; eenvoudig; gewoon; niets bijzonders; ordinair
usual gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
- gangbaar; gewoon
AdverbRelated TranslationsOther Translations
commonly gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal
ordinarily gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal alledaags; eenvoudig; gewoon; niets bijzonders; ordinair
ModifierRelated TranslationsOther Translations
quite common gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal doodgewoon

Related Words for "normaal":

  • normaalst, normaalste, normale

Synonyms for "normaal":


Antonyms for "normaal":


Related Definitions for "normaal":

  1. wat veel voorkomt of gebruikt wordt1
    • 35 graden is geen normale temperatuur1

Wiktionary Translations for normaal:

normaal
adjective
  1. als norm dienend
normaal
adverb
  1. in the expected or customary manner
  2. under normal conditions or circumstances; usually; most of the time
adjective
  1. pertaining to a school to teach teachers how to teach
  2. usual, ordinary
  3. as expected

Cross Translation:
FromToVia
normaal normal normalohne Steigerung: vorhandenen (gesellschaftlichen, wissenschaftlichen, medizinischen, subjektiv erfahrenen) Normen entsprechend
normaal normal normal — Qui est conforme à la règle, à l’ordre.