Dutch
Detailed Translations for omhaal from Dutch to English
omhaal:
-
de omhaal (gedoe; drukte)
-
de omhaal (plechtigheid; ceremonie; plichtpleging)
Translation Matrix for omhaal:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bustle | drukte; gedoe; omhaal | activiteit; arbeid; bedrijvigheid; bezigheid; drukte; gebrom; gemurmel; geroezemoes; heisa; krakeel; werkzaamheid |
ceremony | ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging | beleefdheidsbetuiging; ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; optocht; opvoering; parade; plechtige optocht; plichtpleging; show; staatsie; stoet; vertoning; viering; voorstelling |
hustle | drukte; gedoe; omhaal | |
hustle and bustle | drukte; gedoe; omhaal | |
rite | ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging | ritus |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bustle | roezemoezen | |
hustle | hoereren; jachten; jakkeren; reppen; spoeden; tippelen |