Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. omlaagbrengen:


Dutch

Detailed Translations for omlaagbrengen from Dutch to English

omlaagbrengen:

omlaagbrengen verb (breng omlaag, brengt omlaag, bracht omlaag, brachten omlaag, omlaaggebracht)

  1. omlaagbrengen
    to bring down
    • bring down verb (brings down, brought dowm, bringing down)

Conjugations for omlaagbrengen:

o.t.t.
  1. breng omlaag
  2. brengt omlaag
  3. brengt omlaag
  4. brengen omlaag
  5. brengen omlaag
  6. brengen omlaag
o.v.t.
  1. bracht omlaag
  2. bracht omlaag
  3. bracht omlaag
  4. brachten omlaag
  5. brachten omlaag
  6. brachten omlaag
v.t.t.
  1. heb omlaaggebracht
  2. hebt omlaaggebracht
  3. heeft omlaaggebracht
  4. hebben omlaaggebracht
  5. hebben omlaaggebracht
  6. hebben omlaaggebracht
v.v.t.
  1. had omlaaggebracht
  2. had omlaaggebracht
  3. had omlaaggebracht
  4. hadden omlaaggebracht
  5. hadden omlaaggebracht
  6. hadden omlaaggebracht
o.t.t.t.
  1. zal omlaagbrengen
  2. zult omlaagbrengen
  3. zal omlaagbrengen
  4. zullen omlaagbrengen
  5. zullen omlaagbrengen
  6. zullen omlaagbrengen
o.v.t.t.
  1. zou omlaagbrengen
  2. zou omlaagbrengen
  3. zou omlaagbrengen
  4. zouden omlaagbrengen
  5. zouden omlaagbrengen
  6. zouden omlaagbrengen
en verder
  1. ben omlaaggebracht
  2. bent omlaaggebracht
  3. is omlaaggebracht
  4. zijn omlaaggebracht
  5. zijn omlaaggebracht
  6. zijn omlaaggebracht
diversen
  1. breng omlaag!
  2. brengt omlaag!
  3. omlaaggebracht
  4. omlaagbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omlaagbrengen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bring down omlaagbrengen afwaarderen; devalueren; naar beneden brengen; neerbrengen; neerhalen; neerleggen; neersabelen; onderuit halen; ten val brengen; wippen