Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onafhankelijk:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for onafhankelijk:
    • independently


Dutch

Detailed Translations for onafhankelijk from Dutch to English

onafhankelijk:

onafhankelijk adj

  1. onafhankelijk

Translation Matrix for onafhankelijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
independent zelfstandige
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
independent onafhankelijk mondig; voor zichzelf opkomend; zelfstandig
unattached onafhankelijk alleenstaand; ongebonden; single; vrijgezel

Related Words for "onafhankelijk":

  • onafhankelijkheid, onafhankelijker, onafhankelijkere, onafhankelijkst, onafhankelijkste, onafhankelijke

Antonyms for "onafhankelijk":


Related Definitions for "onafhankelijk":

  1. niet meer hoeven doen wat anderen zeggen1
    • Suriname is sinds kort onafhankelijk1

Wiktionary Translations for onafhankelijk:

onafhankelijk
adjective
  1. geen verbinding hebbend met
onafhankelijk
adverb
  1. in an independent manner
adjective
  1. not dependent; not contingent or depending on something else; free

Cross Translation:
FromToVia
onafhankelijk independent; autonomous; autonomic indépendant — Qui ne dépendre pas de telle personne ou de telle chose, qui ne lui est pas subordonner.

User Contributed Translations:
Word Translation Votes
onafhankelijk independently 24

External Machine Translations: