Summary
Dutch to English: more detail...
- onbetrouwbaarheid:
- onbetrouwbaar:
-
Wiktionary:
- onbetrouwbaarheid → fickleness
- onbetrouwbaar → unreliable, fickle, untrustworthy
Dutch
Detailed Translations for onbetrouwbaarheid from Dutch to English
onbetrouwbaarheid:
-
de onbetrouwbaarheid
the unreliability
Translation Matrix for onbetrouwbaarheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
unreliability | onbetrouwbaarheid |
Related Words for "onbetrouwbaarheid":
Wiktionary Translations for onbetrouwbaarheid:
onbetrouwbaarheid
noun
-
quality of being fickle
onbetrouwbaar:
Translation Matrix for onbetrouwbaar:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
deceitful | duister; louche; onbetrouwbaar; onguur; verdacht | bedrieglijk; illusoir; misleidend |
mendacious | duister; louche; onbetrouwbaar; onguur; verdacht | leugenachtig; onwaarachtig |
unreliable | duister; louche; onbetrouwbaar; onguur; verdacht | donker; dubieus; duister; glibberig; obscuur; onguur; verdacht |
Related Words for "onbetrouwbaar":
Related Definitions for "onbetrouwbaar":
Wiktionary Translations for onbetrouwbaar:
onbetrouwbaar
adjective
onbetrouwbaar
-
niet te vertrouwen
- onbetrouwbaar → unreliable
adjective
-
quick to change one’s opinion or allegiance
-
not reliable
-
not deserving of trust; unreliable