Dutch
Detailed Translations for ontmaagden from Dutch to English
ontmaagden:
-
ontmaagden (defloreren)
Conjugations for ontmaagden:
o.t.t.
- ontmaagd
- ontmaagdt
- ontmaagdt
- ontmaagden
- ontmaagden
- ontmaagden
o.v.t.
- ontmaagde
- ontmaagde
- ontmaagde
- ontmaagden
- ontmaagden
- ontmaagden
v.t.t.
- heb ontmaagd
- hebt ontmaagd
- heeft ontmaagd
- hebben ontmaagd
- hebben ontmaagd
- hebben ontmaagd
v.v.t.
- had ontmaagd
- had ontmaagd
- had ontmaagd
- hadden ontmaagd
- hadden ontmaagd
- hadden ontmaagd
o.t.t.t.
- zal ontmaagden
- zult ontmaagden
- zal ontmaagden
- zullen ontmaagden
- zullen ontmaagden
- zullen ontmaagden
o.v.t.t.
- zou ontmaagden
- zou ontmaagden
- zou ontmaagden
- zouden ontmaagden
- zouden ontmaagden
- zouden ontmaagden
en verder
- ben ontmaagd
- bent ontmaagd
- is ontmaagd
- zijn ontmaagd
- zijn ontmaagd
- zijn ontmaagd
diversen
- ontmaagd!
- ontmaagdt!
- ontmaagd
- ontmaagdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontmaagden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
deflorish | defloreren; ontmaagden | |
deflower | defloreren; ontmaagden |