Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. openingsplechtigheid:


Dutch

Detailed Translations for openingsplechtigheid from Dutch to English

openingsplechtigheid:

openingsplechtigheid [de ~ (v)] noun

  1. de openingsplechtigheid (start)
    the inauguration; the opening ceremony

Translation Matrix for openingsplechtigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
inauguration openingsplechtigheid; start eer; hulde; inauguratie; inhuldiging; initiatie; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; verering; wijdingsdienst
opening ceremony openingsplechtigheid; start

Related Words for "openingsplechtigheid":

  • openingsplechtigheden