Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. opgezetheid:


Dutch

Detailed Translations for opgezetheid from Dutch to English

opgezetheid:

opgezetheid [znw.] noun

  1. opgezetheid (gezwollenheid; opgeblazenheid)
    the distension; the puffiness; the tumidity

Translation Matrix for opgezetheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
distension gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid
puffiness gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid opgezwollenheid
tumidity gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid

External Machine Translations: