Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. overspannen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for overspannen from Dutch to English

overspannen:

overspannen verb (overspan, overspant, overspande, overspanden, overspannen)

  1. overspannen (met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen)
    to span; bind tightly

Conjugations for overspannen:

o.t.t.
  1. overspan
  2. overspant
  3. overspant
  4. overspannen
  5. overspannen
  6. overspannen
o.v.t.
  1. overspande
  2. overspande
  3. overspande
  4. overspanden
  5. overspanden
  6. overspanden
v.t.t.
  1. heb overspannen
  2. hebt overspannen
  3. heeft overspannen
  4. hebben overspannen
  5. hebben overspannen
  6. hebben overspannen
v.v.t.
  1. had overspannen
  2. had overspannen
  3. had overspannen
  4. hadden overspannen
  5. hadden overspannen
  6. hadden overspannen
o.t.t.t.
  1. zal overspannen
  2. zult overspannen
  3. zal overspannen
  4. zullen overspannen
  5. zullen overspannen
  6. zullen overspannen
o.v.t.t.
  1. zou overspannen
  2. zou overspannen
  3. zou overspannen
  4. zouden overspannen
  5. zouden overspannen
  6. zouden overspannen
en verder
  1. is overspannen
  2. zijn overspannen
diversen
  1. overspan!
  2. overspant!
  3. overspannen
  4. overspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overspannen adj

  1. overspannen (overwerkt)
  2. overspannen (gestresst; aan stress lijdend)

Translation Matrix for overspannen:

NounRelated TranslationsOther Translations
span spanbreedte; spanwijdte
VerbRelated TranslationsOther Translations
bind tightly met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen
span met gespannen voorwerp omsluiten; omspannen; overspannen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
exaggerated overspannen; overwerkt aangedikt; aanstellerig; hyperbolisch; overdadig; overdreven; overdrijvend; theatraal
overwrought aan stress lijdend; gestresst; overspannen
stressed aan stress lijdend; gestresst; overspannen bezorgd; gespannen; gestressd; ongerust; opgejaagd; verontrust

Related Words for "overspannen":

  • overspannenheid, overspannene

Related Definitions for "overspannen":

  1. ziek door geestelijke oververmoeidheid1
    • hij heeft te hard gewerkt, nu is hij overspannen1

Wiktionary Translations for overspannen:

overspannen
adjective
  1. ziek door een te zware belasting op geestelijk vlak
verb
  1. te sterk gespannen
  2. ergens overheen spannen
    • overspannenspan