Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate overstak

Translate overstak from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

oversteken:
- cross over; traverse; cross
- running over; crossing over; walking across
Wiktionary:
- oversteken → cross
- oversteken → defeat, win over, beat, overcome, overthrow, surmount, vanquish, go beyond, cross, exceed, surpass, excel, outclass, outscore, outshine

Dutch

Detailed Translations for overstak from Dutch to English

overstak form of oversteken:

oversteken verb (steek over, steekt over, stak over, staken over, overgestoken)

oversteken
to cross over
- cross over verb (crosss over, crossed over, crossing over)
to traverse; to cross
– travel across or pass over ¹
- traverse verb (traverses, traversed, traversing)
- cross verb (crosss, crossed, crossing)

Conjugations for oversteken:

o.t.t.

steek over
steekt over
steekt over
steken over
steken over
steken over

o.v.t.

stak over
stak over
stak over
staken over
staken over
staken over

v.t.t.

ben overgestoken
bent overgestoken
is overgestoken
zijn overgestoken
zijn overgestoken
zijn overgestoken

v.v.t.

was overgestoken
was overgestoken
was overgestoken
waren overgestoken
waren overgestoken
waren overgestoken

o.t.t.t.

zal oversteken
zult oversteken
zal oversteken
zullen oversteken
zullen oversteken
zullen oversteken

o.v.t.t.

zou oversteken
zou oversteken
zou oversteken
zouden oversteken
zouden oversteken
zouden oversteken

diversen

steek over!
steekt over!
overgestoken
overstekend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

oversteken [het ~] noun

het oversteken (overlopen)
the running over; the crossing over; the walking across
- running over [the ~] noun
- crossing over [the ~] noun
- walking across [the ~] noun

Translation Matrix for oversteken:

Noun	Related Translations	Other Translations
cross		crucifix; gebaar na gebed; kruis; kruisbeeld; kruisje; kruisvorm
crossing over	overlopen; oversteken
running over	overlopen; oversteken
traverse		dwarsbalk
walking across	overlopen; oversteken
Verb	Related Translations	Other Translations
cross	oversteken	afvallen; benadelen; duperen; dwarsbomen; dwarsliggen; frustreren; laten zakken; ontgoochelen; overschrijden; tegenvallen; tegenwerken; teleurstellen
cross over	oversteken	dwars oversteken; met een vaartuig overzetten; overvaren
traverse	oversteken	afleggen; dwars oversteken; meters maken
Adjective	Related Translations	Other Translations
cross		boos; gebelgd; giftig; kwaad; narrig; nijdig; verbolgen; vertoornd

Related Words for "oversteken":

oversteek

Related Definitions for "oversteken":

van de ene kant naar de andere gaan²
- we zijn de rivier overgestoken²

Wiktionary Translations for oversteken:

oversteken

verb

aan de overzijde van iets geraken
- oversteken → cross

oversteken

verb

go from one side of something to the other
- cross → oversteken

Cross Translation:

From	To	Via
• oversteken	→ defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish; go beyond; cross; exceed; surpass; excel; outclass; outscore; outshine	↔ surmonter — monter au-dessus.