Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. papiergeld:


Dutch

Detailed Translations for papiergeld from Dutch to English

papiergeld:

papiergeld [het ~] noun

  1. het papiergeld (bankbiljet; briefje)
    the banknote; the paper money; the note; the folding money
  2. het papiergeld
    the paper money

Translation Matrix for papiergeld:

NounRelated TranslationsOther Translations
banknote bankbiljet; briefje; papiergeld
folding money bankbiljet; briefje; papiergeld
note bankbiljet; briefje; papiergeld aantekening; attest; bewijs; briefje; intonatie; kattebelletje; kladbriefje; kladje; klank; klankgeluid; klankkleur; klanktint; krabbel; krabbelbriefje; muzieknoot; noot; notitie; opschrijving; schrijfsel; timbre; toon; zakelijke notitie
paper money bankbiljet; briefje; papiergeld bankbiljetten; flappen
VerbRelated TranslationsOther Translations
note boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen

External Machine Translations: