Summary
Dutch
Detailed Translations for personage from Dutch to English
personage:
-
de personage (figuur)
Translation Matrix for personage:
Noun | Related Translations | Other Translations |
character | figuur; personage | aard; debiel; figuur; flapdrol; geaardheid; gek; gemoed; idioot; imbeciel; inborst; individu; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; letter; letterteken; mafkees; mafketel; mafkikker; mentaliteit; natuur; teken; type; waanzinnige; zot |
figure | figuur; personage | cijfer; constitutie; debiel; figuur; flapdrol; gedaante; gek; gestalte; getal; idioot; imbeciel; lichaamsbouw; lichaamslijn; lichaamspostuur; mafkees; mafketel; mafkikker; postuur; rangnummer; silhouet; uiterlijk; verschijning; vorm; waanzinnige; zot |
Verb | Related Translations | Other Translations |
figure | figureren; visualiseren |
Related Words for "personage":
Wiktionary Translations for personage:
personage
Cross Translation:
noun
personage
-
kunst|nld een fictieve persoon in een verhaal, boek, toneelstuk e.d.
- personage → personage
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• personage | → actor | ↔ personnage — personne ; en parlant principalement des hommes, avec une certaine idée de grandeur, d’autorité, d’importance sociale. |