Dutch
Detailed Translations for plagen from Dutch to English
plagen:
Conjugations for plagen:
o.t.t.
- plaag
- plaagt
- plaagt
- plagen
- plagen
- plagen
o.v.t.
- plaagde
- plaagde
- plaagde
- plaagden
- plaagden
- plaagden
v.t.t.
- heb geplaagd
- hebt geplaagd
- heeft geplaagd
- hebben geplaagd
- hebben geplaagd
- hebben geplaagd
v.v.t.
- had geplaagd
- had geplaagd
- had geplaagd
- hadden geplaagd
- hadden geplaagd
- hadden geplaagd
o.t.t.t.
- zal plagen
- zult plagen
- zal plagen
- zullen plagen
- zullen plagen
- zullen plagen
o.v.t.t.
- zou plagen
- zou plagen
- zou plagen
- zouden plagen
- zouden plagen
- zouden plagen
en verder
- ben geplaagd
- bent geplaagd
- is geplaagd
- zijn geplaagd
- zijn geplaagd
- zijn geplaagd
diversen
- plaag!
- plaagt!
- geplaagd
- plagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de plagen (kwellingen; rampen; verschrikkingen)
Translation Matrix for plagen:
Related Words for "plagen":
Related Definitions for "plagen":
Wiktionary Translations for plagen:
plagen
Cross Translation:
verb
plagen
-
iemand lastigvallen
- plagen → tease
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• plagen | → annoy; irk; irritate; aggravate; exasperate; provoke; excite; incite; rouse; stir up; arouse; set on edge | ↔ agacer — affecter d’une irritation nerveuse. |
• plagen | → tease | ↔ taquiner — contrarier ou chicaner pour des vétilles, par malin plaisir. |
plagen form of plag:
Translation Matrix for plag:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sod | graszode; plag; zode | lid; lul; penis; piemel; pik; roede; zode |
turf | graszode; plag; zode | grasmat; grastapijt; turf; turfveen; veen; veengrond |