Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. poepje:
  2. poep:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for poepje from Dutch to English

poepje:

poepje [het ~] noun

  1. het poepje (liefste; schatje; liefje; )
    the treasure; the peach; the sweetest; the sweet; the sugar; the deary; the candy
    the sweetheart; the sweetie
    – a person loved by another person 1
    the honey; the dearest; the beloved; the dear; the love
    – a beloved person; used as terms of endearment 1
    the darling
    – a special loved one 1
  2. het poepje (schattig kind; schatje; scheetje; liefje; dot)
    the cutie; the sweetie; the ducky; the darling; the peach; the dear; the sweet
    the doll
    – informal terms for a (young) woman 1

Translation Matrix for poepje:

NounRelated TranslationsOther Translations
beloved beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefd persoon; geliefde; geprefereerde; hartje; liefje; liefste; oogappel; schat; snoes; uitverkorene; verkozene; vriendin
candy beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes kandij; lekkers; snoep; snoepgoed; snoepjes; suikergoed; suikerwerk; zoetigheid
cutie dot; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje lekkertje; snoesje; snoezepoes
darling beminde; dot; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoes beminde; engel; engeltje; favoriet; geliefde; gunsteling; hartekind; hartje; kindlief; lief persoon; liefje; liefste; lieveling; lievelingetje; lieverd; schat; schatje; snoepje; snoes; troetel; troeteltje; vriendin
dear beminde; dot; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoes engel; engeltje; geliefd persoon; lief persoon; lieveling; lieverd; oogappel; schatje; snoepje; snoes
dearest beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefde; hartje; kindlief; liefje; liefste; schat; snoes; vriendin
deary beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefde; hartje; liefje; liefste; schat; snoes; vriendin
doll dot; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje griet; grietje; ledenpop; marionet; modepop; mooi meisje; pop; speelgoedpop; speelpop; willoos persoon
ducky dot; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje hartje; troeteltje
honey beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes bijenhoning; honing
love beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes beminde; geliefde; genegenheid; innigheid; kindlief; liefde; liefje; liefste; lieveling; lieverd; schat; schatje; snoepje; snoes; vriendin
peach beminde; dot; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoes hartekind; hartje; perzik; troeteltje
sugar beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes suiker
sweet beminde; dot; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoes lekkers; snoepgoed; snoepjes; zoetigheid
sweetest beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes
sweetheart beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes aanbidder; beminde; geliefde; hartje; kindlief; liefhebber; liefje; liefste; minnaar; schat; schatteboutje; snoes; vriendin; vrijer
sweetie beminde; dot; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoes hartekind; hartje; lekkers; snoepgoed; snoepjes; troeteltje; zoetigheid
treasure beminde; duifje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes schat
VerbRelated TranslationsOther Translations
candy konfijten; versuikeren; zoeten; zoetmaken
love aanstaan; behagen; beminnen; bevallen; de liefde bedrijven; gelieven; houden van; liefhebben; liefkozen; minnekozen; minnen; plezieren; vrijen
peach aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
sugar met suiker doordrenken; zoeten; zoetmaken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
beloved bemind; bevallig; dierbaar; dierbare; geliefd; geliefde; lief; toegenegen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
dear allerliefst; bemind; beste; bevallig; dierbaar; dierbare; dottig; enig; favoriete; geliefd; geliefde; geselecteerd; lief; lieve; lievelings; schattig; snoezig; toegenegen; verkoren; vertederend
sweet aanbiddelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; begeerenswaardig; bekoorlijk; bemind; bevallig; charmant; dierbaar; dierbare; dottig; enig; geliefd; geliefde; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; toegenegen; verrukkelijk; vertederend; zoet; zoetsmakend
sweetest alleraardigst; allerliefst; bekoorlijk; charmant

Related Words for "poepje":


poep:

poep [de ~ (m)] noun

  1. de poep (schijt; stront; drek; kak)
    the shit; the droppings; the turd; the crap; the dirt

Translation Matrix for poep:

NounRelated TranslationsOther Translations
crap drek; kak; poep; schijt; stront beer; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
dirt drek; kak; poep; schijt; stront drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel; zwijnerij
droppings drek; kak; poep; schijt; stront beer; bolus; excrementen; fecaliën; feces; uitscheiding; uitwerpselen
shit drek; kak; poep; schijt; stront beer; drol; eikel; excrementen; fecaliën; feces; hond; hoop; keutel; klootzak; lul; mest; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stuk poep; uitscheiding; uitwerpsel; uitwerpselen
turd drek; kak; poep; schijt; stront bolus; drol; hoop; keutel; poephoop; schijtbak; stronthoop; stuk poep; uitwerpsel
- schijt
VerbRelated TranslationsOther Translations
shit kakken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
shit klote; shit; verdikkeme; verdomd

Related Words for "poep":


Synonyms for "poep":


Related Definitions for "poep":

  1. onverteerd voedsel dat via je anus naar buiten komt2
    • er zit weer hondepoep aan mijn schoen2

Wiktionary Translations for poep:

poep
noun
  1. uitgescheiden afvalstoffen van mens of dier
poep
noun
  1. excrement
  2. buttocks
  3. informal: buttocks or anus
  4. faecal matter
  5. solid excretory product evacuated from the bowel

Cross Translation:
FromToVia
poep poop caca — Excrément
poep shit merde — (vulgaire)
poep fart; wind pet — (familier, fr) vent, gaz qui sort du corps par l’anus avec ou sans bruit.