Dutch
Detailed Translations for purgerend from Dutch to English
purgerend:
Translation Matrix for purgerend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
laxative | laxeermiddel; purgeermiddel | |
purging | laxeren; purgeren | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
laxative | laxerend; purgerend | |
purging | laxerend; purgerend |
purgeren:
-
purgeren (laxeren)
Conjugations for purgeren:
o.t.t.
- purgeer
- purgeert
- purgeert
- purgeren
- purgeren
- purgeren
o.v.t.
- purgeerde
- purgeerde
- purgeerde
- purgeerden
- purgeerden
- purgeerden
v.t.t.
- heb gepurgeerd
- hebt gepurgeerd
- heeft gepurgeerd
- hebben gepurgeerd
- hebben gepurgeerd
- hebben gepurgeerd
v.v.t.
- had gepurgeerd
- had gepurgeerd
- had gepurgeerd
- hadden gepurgeerd
- hadden gepurgeerd
- hadden gepurgeerd
o.t.t.t.
- zal purgeren
- zult purgeren
- zal purgeren
- zullen purgeren
- zullen purgeren
- zullen purgeren
o.v.t.t.
- zou purgeren
- zou purgeren
- zou purgeren
- zouden purgeren
- zouden purgeren
- zouden purgeren
en verder
- is gepurgeerd
- zijn gepurgeerd
diversen
- purgeer!
- purgeert!
- gepurgeerd
- purgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for purgeren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
purging | laxeren; purgeren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
open the bowels | laxeren; purgeren | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
purging | laxerend; purgerend |