Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. purgerend:
  2. purgeren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for purgerend from Dutch to English

purgerend:

purgerend adj

  1. purgerend (laxerend)

Translation Matrix for purgerend:

NounRelated TranslationsOther Translations
laxative laxeermiddel; purgeermiddel
purging laxeren; purgeren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
laxative laxerend; purgerend
purging laxerend; purgerend

Wiktionary Translations for purgerend:

purgerend
adjective
  1. causing movement of the bowels

purgeren:

purgeren [znw.] noun

  1. purgeren (laxeren)
    the purging

purgeren verb (purgeer, purgeert, purgeerde, purgeerden, gepurgeerd)

  1. purgeren (laxeren)

Conjugations for purgeren:

o.t.t.
  1. purgeer
  2. purgeert
  3. purgeert
  4. purgeren
  5. purgeren
  6. purgeren
o.v.t.
  1. purgeerde
  2. purgeerde
  3. purgeerde
  4. purgeerden
  5. purgeerden
  6. purgeerden
v.t.t.
  1. heb gepurgeerd
  2. hebt gepurgeerd
  3. heeft gepurgeerd
  4. hebben gepurgeerd
  5. hebben gepurgeerd
  6. hebben gepurgeerd
v.v.t.
  1. had gepurgeerd
  2. had gepurgeerd
  3. had gepurgeerd
  4. hadden gepurgeerd
  5. hadden gepurgeerd
  6. hadden gepurgeerd
o.t.t.t.
  1. zal purgeren
  2. zult purgeren
  3. zal purgeren
  4. zullen purgeren
  5. zullen purgeren
  6. zullen purgeren
o.v.t.t.
  1. zou purgeren
  2. zou purgeren
  3. zou purgeren
  4. zouden purgeren
  5. zouden purgeren
  6. zouden purgeren
en verder
  1. is gepurgeerd
  2. zijn gepurgeerd
diversen
  1. purgeer!
  2. purgeert!
  3. gepurgeerd
  4. purgerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for purgeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
purging laxeren; purgeren
VerbRelated TranslationsOther Translations
open the bowels laxeren; purgeren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
purging laxerend; purgerend