Summary
Dutch
Detailed Translations for reageer from Dutch to English
reageren:
-
reageren (responderen; antwoorden)
-
reageren (ingaan)
Conjugations for reageren:
o.t.t.
- reageer
- reageert
- reageert
- reageren
- reageren
- reageren
o.v.t.
- reageerde
- reageerde
- reageerde
- reageerden
- reageerden
- reageerden
v.t.t.
- heb gereageerd
- hebt gereageerd
- heeft gereageerd
- hebben gereageerd
- hebben gereageerd
- hebben gereageerd
v.v.t.
- had gereageerd
- had gereageerd
- had gereageerd
- hadden gereageerd
- hadden gereageerd
- hadden gereageerd
o.t.t.t.
- zal reageren
- zult reageren
- zal reageren
- zullen reageren
- zullen reageren
- zullen reageren
o.v.t.t.
- zou reageren
- zou reageren
- zou reageren
- zouden reageren
- zouden reageren
- zouden reageren
diversen
- reageer!
- reageert!
- gereageerd
- reagerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for reageren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
answer | antwoord; beantwoording; bescheid; oplossing; reactie; rekenopgave; rekensom; repliek; retort; uitkomst; weerwoord | |
reply | antwoord; beantwoording; bescheid; reactie; repliek; retort; weerwoord | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
answer | antwoorden; reageren; responderen | antwoorden; beantwoorden; responderen |
react | antwoorden; reageren; responderen | antwoorden; beantwoorden; responderen |
react to | ingaan; reageren | erop ingaan; ingaan op; reageren op |
reply | antwoorden; reageren; responderen | antwoorden; beantwoorden; responderen |
respond | antwoorden; reageren; responderen | antwoorden; beantwoorden; responderen |