Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. rillen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ril from Dutch to English

rillen:

rillen verb (ril, rilt, rilde, rilden, gerild)

  1. rillen (beven; bibberen)
    to shiver; to tremble; to quiver; to shudder; to shake
    • shiver verb (shivers, shivered, shivering)
    • tremble verb (trembles, trembled, trembling)
    • quiver verb (quivers, quivered, quivering)
    • shudder verb (shudders, shuddered, shuddering)
    • shake verb (shakes, shook, shaking)

Conjugations for rillen:

o.t.t.
  1. ril
  2. rilt
  3. rilt
  4. rillen
  5. rillen
  6. rillen
o.v.t.
  1. rilde
  2. rilde
  3. rilde
  4. rilden
  5. rilden
  6. rilden
v.t.t.
  1. heb gerild
  2. hebt gerild
  3. heeft gerild
  4. hebben gerild
  5. hebben gerild
  6. hebben gerild
v.v.t.
  1. had gerild
  2. had gerild
  3. had gerild
  4. hadden gerild
  5. hadden gerild
  6. hadden gerild
o.t.t.t.
  1. zal rillen
  2. zult rillen
  3. zal rillen
  4. zullen rillen
  5. zullen rillen
  6. zullen rillen
o.v.t.t.
  1. zou rillen
  2. zou rillen
  3. zou rillen
  4. zouden rillen
  5. zouden rillen
  6. zouden rillen
diversen
  1. ril!
  2. rilt!
  3. gerild
  4. rillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

rillen [het ~] noun

  1. het rillen (bibberen)
    the shiver; the quiver; the tremble; the shake; the shudder; the tremor

Translation Matrix for rillen:

NounRelated TranslationsOther Translations
quiver bibberen; rillen huivering; rilling; siddering
shake bibberen; rillen hort; milkshake; schok; schokkende beweging; stoot; tremor; triller; trilling
shiver bibberen; rillen huivering; rilling; siddering
shudder bibberen; rillen beving; gebeef; huivering; rilling; siddering
tremble bibberen; rillen
tremor bibberen; rillen huivering; rilling; siddering; tremor; trilling
VerbRelated TranslationsOther Translations
quiver beven; bibberen; rillen beven; popelen; sidderen; trillen; vibreren
shake beven; bibberen; rillen beven; heen en weer bewegen; laten schrikken; omschudden; schokken; schudden; sidderen; trillen; vibreren
shiver beven; bibberen; rillen beven; bibberen; door afgrijzen bevangen worden; griezelen; gruwen; huiveren; ijzen; klappertanden; kleumen; koulijden; schudden; trillen; verstijven; vibreren
shudder beven; bibberen; rillen beven; door afgrijzen bevangen worden; griezelen; gruwelen; gruwen; huiveren; ijzen; sidderen; trillen; verstijven; vibreren
tremble beven; bibberen; rillen beven; heen en weer bewegen; kloppen; laten schrikken; lillen; schokken; schudden; sidderen; trillen; vibreren

Wiktionary Translations for rillen:

rillen
verb
  1. shake or move with slight and tremulous motion
  2. to tremble or shake

Cross Translation:
FromToVia
rillen quiver; shiver; tremble; quake; wave; rattle trembler — Être agité de petites et fréquentes secousses. (Sens général)
rillen tremble; flinch tressailliréprouver une agitation vif et passager à la suite d’une émotion subite.