Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate ritje
Translate
ritje
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
rit:
journey
;
tour
;
voyage
;
expedition
;
march
;
hiking tour
;
hike
;
trip
;
drive
;
excursion
;
outing
Wiktionary:
rit →
ride
Dutch
Detailed Translations for
ritje
from Dutch to English
ritje
form of
rit
:
rit
[
de ~ (m)
]
noun
de rit
(
reis
;
expeditie
;
trektocht
;
mars
;
toer
;
tocht
)
the
journey
;
the
tour
;
the
voyage
;
the
expedition
;
the
march
;
the
hiking tour
;
the
hike
journey
[
the ~
]
noun
tour
[
the ~
]
noun
voyage
[
the ~
]
noun
expedition
[
the ~
]
noun
march
[
the ~
]
noun
hiking tour
[
the ~
]
noun
hike
[
the ~
]
noun
de rit
(
uitstapje
;
reis
;
excursie
;
dagreis
;
tournee
;
toer
;
gang
;
tocht
)
the
trip
;
the
journey
;
the
drive
;
the
excursion
;
the
voyage
;
the
outing
;
the
tour
trip
[
the ~
]
noun
journey
[
the ~
]
noun
drive
[
the ~
]
noun
excursion
[
the ~
]
noun
voyage
[
the ~
]
noun
outing
[
the ~
]
noun
tour
[
the ~
]
noun
de rit
(
rondrit
;
trip
;
rondreis
;
tochtje
;
toer
;
tour
)
the
tour
;
the
journey
;
the
trip
;
the
excursion
tour
[
the ~
]
noun
journey
[
the ~
]
noun
trip
[
the ~
]
noun
excursion
[
the ~
]
noun
Translation Matrix for
rit
:
Noun
Related Translations
Other Translations
drive
dagreis
;
excursie
;
gang
;
reis
;
rit
;
tocht
;
toer
;
tournee
;
uitstapje
aandrift
;
aandrijving
;
autorijden
;
daadkracht
;
diskettestation
;
drift
;
drijfjacht
;
dynamiek
;
energie
;
esprit
;
fut
;
heenrit
;
impuls
;
inrit
;
instinct
;
klopjacht
;
kracht
;
momentum
;
motor
;
oprijlaan
;
oprit
;
prikkel
;
puf
;
rijden
;
rijtochtje
;
rijtoer
;
schijfstation
;
station
;
stimulans
;
stuwkracht
;
tochtje
;
toertje
;
trip
;
uitje
;
uitstapje
;
voortstuwing
;
werklust
excursion
dagreis
;
excursie
;
gang
;
reis
;
rit
;
rondreis
;
rondrit
;
tocht
;
tochtje
;
toer
;
tour
;
tournee
;
trip
;
uitstapje
dagtocht
;
excursie
;
tochtje
;
toertje
;
trip
;
uitje
;
uitstapje
expedition
expeditie
;
mars
;
reis
;
rit
;
tocht
;
toer
;
trektocht
expeditie
;
verkenningstocht
hike
expeditie
;
mars
;
reis
;
rit
;
tocht
;
toer
;
trektocht
dwaaltocht
;
kuier
;
loopje
;
omloop
;
ommetje
;
omzwerving
;
tochtje
;
uitje
;
voetreis
;
voettocht
;
wandeling
;
wandeltocht
;
zwerftocht
hiking tour
expeditie
;
mars
;
reis
;
rit
;
tocht
;
toer
;
trektocht
kuier
;
loopje
;
omloop
;
ommetje
;
tochtje
;
uitje
;
voetreis
;
voettocht
;
wandeling
;
wandeltocht
journey
dagreis
;
excursie
;
expeditie
;
gang
;
mars
;
reis
;
rit
;
rondreis
;
rondrit
;
tocht
;
tochtje
;
toer
;
tour
;
tournee
;
trektocht
;
trip
;
uitstapje
afstand
;
baan
;
baanvak
;
etappe
;
pad
;
ronde
;
route
;
tochtje
;
toertje
;
tournee
;
traject
;
trip
;
uitje
;
uitstapje
;
weg
march
expeditie
;
mars
;
reis
;
rit
;
tocht
;
toer
;
trektocht
mark
;
opmars
;
voortgang
outing
dagreis
;
excursie
;
gang
;
reis
;
rit
;
tocht
;
toer
;
tournee
;
uitstapje
kuier
;
loopje
;
omloop
;
ommetje
;
plezierreisje
;
pleziertochtje
;
tochtje
;
uitje
;
uitstapje
;
wandeling
;
wandeltocht
tour
dagreis
;
excursie
;
expeditie
;
gang
;
mars
;
reis
;
rit
;
rondreis
;
rondrit
;
tocht
;
tochtje
;
toer
;
tour
;
tournee
;
trektocht
;
trip
;
uitstapje
dagtocht
;
excursie
;
ronde
;
rondtocht
;
tournee
;
uitstapje
trip
dagreis
;
excursie
;
gang
;
reis
;
rit
;
rondreis
;
rondrit
;
tocht
;
tochtje
;
toer
;
tour
;
tournee
;
trip
;
uitstapje
dagtocht
;
excursie
;
tochtje
;
toertje
;
trip
;
uitje
;
uitstapje
voyage
dagreis
;
excursie
;
expeditie
;
gang
;
mars
;
reis
;
rit
;
tocht
;
toer
;
tournee
;
trektocht
;
uitstapje
tochtje
;
toertje
;
trip
;
uitje
;
uitstapje
Verb
Related Translations
Other Translations
drive
aan het stuur zitten
;
aandrijven
;
aansporen
;
aanzetten
;
berijden
;
een paard mennen
;
heien
;
karren
;
mennen
;
opkrikken
;
opwekken
;
opzwepen
;
prikkelen
;
rijden
;
sterk prikkelen
;
stimuleren
;
sturen
;
zenden
hike
reizen
;
rondreizen
;
trekken
;
zwerven
march
manoeuvreren
;
marcheren
trip
met trippelpasjes lopen
;
met vlugge pasjes gaan
;
onderuitgaan
;
slippen
;
strompelen
;
struikelen
;
trippelen
;
uitglibberen
;
uitglijden
;
uitschieten
;
uitschuiven
;
wegschieten
Related Words for "rit":
ritten
,
riten
,
rits
,
ritje
,
ritjes
Wiktionary Translations for
rit
:
rit
noun
een reis in een voertuig
rit
→
ride
External Machine Translations:
Remove Ads
Remove Ads