Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. rotten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rotte from Dutch to English

rotten:

rotten verb (rot, rotte, rotten, gerot)

  1. rotten (wegrotten; ontbinden; vergaan; verrotten; verteren)
    to deteriorate; to perish; to degenerate; to rot; to decay; to be wrecked; to fall into decline; to be lost; to meet an accident; to crash
    • deteriorate verb (deteriorates, deteriorated, deteriorating)
    • perish verb (perishes, perished, perishing)
    • degenerate verb (degenerates, degenerated, degenerating)
    • rot verb (rots, rotted, rotting)
    • decay verb (decaies, decayed, decaying)
    • be wrecked verb (is wrecked, being wrecked)
    • fall into decline verb (falls into decline, fell into decline, falling into decline)
    • be lost verb (is lost, being lost)
    • meet an accident verb (meets an accident, met an accident, meeting an accident)
    • crash verb (crashes, crashed, crashing)
  2. rotten (bederven; vergaan; verrotten; wegrotten)
    to decay; to spoil; to rot; go bad
    • decay verb (decaies, decayed, decaying)
    • spoil verb (spoils, spoiled, spoiling)
    • rot verb (rots, rotted, rotting)
    • go bad verb

Conjugations for rotten:

o.t.t.
  1. rot
  2. rot
  3. rot
  4. rotten
  5. rotten
  6. rotten
o.v.t.
  1. rotte
  2. rotte
  3. rotte
  4. rotten
  5. rotten
  6. rotten
v.t.t.
  1. ben gerot
  2. bent gerot
  3. is gerot
  4. zijn gerot
  5. zijn gerot
  6. zijn gerot
v.v.t.
  1. was gerot
  2. was gerot
  3. was gerot
  4. waren gerot
  5. waren gerot
  6. waren gerot
o.t.t.t.
  1. zal rotten
  2. zult rotten
  3. zal rotten
  4. zullen rotten
  5. zullen rotten
  6. zullen rotten
o.v.t.t.
  1. zou rotten
  2. zou rotten
  3. zou rotten
  4. zouden rotten
  5. zouden rotten
  6. zouden rotten
en verder
  1. heeft gerot
  2. hebben gerot
diversen
  1. rot!
  2. rot!
  3. gerot
  4. rottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rotten:

NounRelated TranslationsOther Translations
crash aanrijding; aanvaring; afname; barst; beurskrach; botsing; breuk; collisie; crash; daling; debacle; dreun; ineenstorting; ineenzakking; instorting; klap; knal; krach; krak; kwak; minder worden; scheur; smak; terugloop; val; vastloper
decay bederf; verbasterd woord; verbastering; verrotting
degenerate gedegenereerde; ontaarde; perverseling
rot gebazel; geklets; geleuter; gelul; gewauwel; gezwam; gezwets; leuterpraat
VerbRelated TranslationsOther Translations
be lost ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten aftakelen; missen; verdwaald zijn; vermissen; verongelukken; verzwakken; wegglijden
be wrecked ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten verongelukken
crash ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten aanrijden; botsen; crashen; ineenstorten; instorten; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op; vastlopen; verongelukken
decay bederven; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten afrotten; bouwvallig worden; vergaan; verkommeren; vervallen
degenerate ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten achteruitgaan; degenereren; ontaarden; verbasteren; verderven; vervormen; verworden
deteriorate ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten afrotten; bouwvallig worden; erger worden; verslechteren; vervallen
fall into decline ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten
go bad bederven; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten
meet an accident ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten verongelukken
perish ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten bezwijken; breken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapot gaan; omkomen; onder water gaan; ondergaan; overlijden; sneuvelen; sterven; stuk gaan; te gronde gaan; ten ondergaan; vallen; verongelukken; wegvallen; zinken
rot bederven; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; wegrotten afrotten; in staat van ontbinding zijn; kletspraat verkopen; liggen rotten; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
spoil bederven; rotten; vergaan; verrotten; wegrotten aantasten; aanvreten; bederven; beschadigen; iets bederven; stukmaken; verbroddelen; vergallen; verkankeren; verklungelen; verknallen; verknoeien; verloederen; verpesten; verslonzen; vertroetelen; verwennen; verzieken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
degenerate bedorven; gedegenereerd; liederlijk; ontaard; onzedelijk; rot; rottig; slecht; verdorven; vergaan; verregaand zedenloos; verrot

Wiktionary Translations for rotten:

rotten
verb
  1. to decay

Cross Translation:
FromToVia
rotten sick schlecht — nicht mehr gut, etwa bei Lebensmitteln verschimmelt
rotten putrefy; rot pourrir — Se décomposer, fermenter, s'altérer, se corrompre, se gâter sous l’action de bactéries.