Summary
Dutch
Detailed Translations for schoven from Dutch to English
schoven:
Translation Matrix for schoven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bunches | bosjes; bundels; schoven | |
bundles | bosjes; bundels; schoven |
Related Words for "schoven":
schoof:
Translation Matrix for schoof:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bunch | bosje; bundel; schoof | accumulatie; bende; bepaalde hoeveelheid; berg; drom; groep; hoop; horde; kluit; massa; menigte; partij; samenscholing; schare; troep |
bundle | bosje; bundel; schoof | bos; bundel |
sheaf | bosje; bundel; schoof | |
wad | bosje; bundel; schoof | wad |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bundle | bundelen; samenbundelen |
Related Words for "schoof":
schoven form of schuiven:
-
schuiven (voortschuiven)
-
schuiven
Conjugations for schuiven:
o.t.t.
- schuif
- schuift
- schuift
- schuiven
- schuiven
- schuiven
o.v.t.
- schoof
- schoof
- schoof
- schoven
- schoven
- schoven
v.t.t.
- heb geschoven
- hebt geschoven
- heeft geschoven
- hebben geschoven
- hebben geschoven
- hebben geschoven
v.v.t.
- had geschoven
- had geschoven
- had geschoven
- hadden geschoven
- hadden geschoven
- hadden geschoven
o.t.t.t.
- zal schuiven
- zult schuiven
- zal schuiven
- zullen schuiven
- zullen schuiven
- zullen schuiven
o.v.t.t.
- zou schuiven
- zou schuiven
- zou schuiven
- zouden schuiven
- zouden schuiven
- zouden schuiven
en verder
- ben geschoven
- bent geschoven
- is geschoven
- zijn geschoven
- zijn geschoven
- zijn geschoven
diversen
- schuif!
- schuift!
- geschoven
- schuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for schuiven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
push | duw; duwtje; knopje; por; stoot; stootje; zet | |
shove | duw; duwtje; por; stoot; stootje; zet | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
push | schuiven; voortschuiven | aanduwen; avanceren; dringen; duwen; helpen; hengsten; promoten; rammen; schuivend verplaatsen; stompen; verhandelen; verkopen; verschuiven; voor zich uitschuiven |
scroll | schuiven | |
shove | schuiven; voortschuiven |