Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. slagerszaak:


Dutch

Detailed Translations for slagerszaak from Dutch to English

slagerszaak:

slagerszaak [znw.] noun

  1. slagerszaak
    the butcher
  2. slagerszaak (slagerij; vleeshouwerij; slagerswinkel)
    the butchery; the butcher's; the butcher's shop

Translation Matrix for slagerszaak:

NounRelated TranslationsOther Translations
butcher slagerszaak slager; vleeshouwer
butcher's slagerij; slagerswinkel; slagerszaak; vleeshouwerij
butcher's shop slagerij; slagerswinkel; slagerszaak; vleeshouwerij
butchery slagerij; slagerswinkel; slagerszaak; vleeshouwerij slachten van vee; slachting
VerbRelated TranslationsOther Translations
butcher slachten