Dutch
Detailed Translations for sluiswerk from Dutch to English
sluiswerk:
Translation Matrix for sluiswerk:
Noun | Related Translations | Other Translations |
lock | sluiswerk | deurslot; geheel van sluizen; haarkuif; klamp; koeklauw; krul; krullende haarlok; krulletje; kuif; sas; schutsluisje; slot; sluis; sluiswerken; verlaat |
sluice | sluiswerk | inlaatsluis; sas; schutsluisje; sluis; verlaat |
Verb | Related Translations | Other Translations |
lock | aandraaien; afgrendelen; afsluiten; borgen; dichtdoen; dichtmaken; door draaien vastmaken; grendelen; locken; op slot doen; op slot zetten; schutten; sluiten; vergrendelen |