Dutch
Detailed Translations for sociabel from Dutch to English
sociabel:
-
sociabel (gezellig; onderhoudend)
Translation Matrix for sociabel:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
chatty | gezellig; onderhoudend; sociabel | babbelachtig; babbelziek; flapuit; indiscreet; kletserig; kletsgraag; loslippig; mededeelzaam; praatgraag; praatziek; spraakzaam |
cosy | gezellig; onderhoudend; sociabel | aangenaam; behaaglijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; plezierig; sfeervol |
cozy | gezellig; onderhoudend; sociabel | aangenaam; behaaglijk; gezellig; huiselijk; knus; knusjes; plezierig; sfeervol |
pleasant | gezellig; onderhoudend; sociabel | aangenaam; behaaglijk; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fijn; fleurig; geestig; genietbaar; genoeglijk; geschikt; heugelijk; heuglijk; jofel; jolig; kleurig; knus; kwiek; lekker; leuk; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; plezant; plezierig; prettig; sfeervol; te genieten; tof; uitgelaten; verblijdend; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig |
sociable | gezellig; onderhoudend; sociabel | sociaalvoelend |