Noun | Related Translations | Other Translations |
blow
|
fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
|
bluts; deuk; dreun; duw; duwtje; handslag; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; por; stoot; stootje; tik; toegebrachte klap; zet
|
comedown
|
fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
|
|
disappointment
|
fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
|
desillusie; ontgoocheling; teleurstelling
|
letdown
|
fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
|
|
mishap
|
fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
blow
|
|
'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; stuiven; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen
|