Dutch
Detailed Translations for speelkwartier from Dutch to English
speelkwartier:
-
het speelkwartier
Translation Matrix for speelkwartier:
Noun | Related Translations | Other Translations |
break | speelkwartier | breuk; fractuur; lunch; lunchpauze; lunchtijd; middagpauze; onderbreking; ontsnapping; ontvluchting; pauze; rust; rustpauze; rustpoos; rusttijd; schafttijd; schaftuur; tussenpoos; uitbraak; uitbreken; verpozing |
interval | speelkwartier | interim; interval; onderbreking; pauze; rust; rustpauze; rustpoos; rusttijd; toonafstand; tussenpoos; tussentijd; verpozing |
playtime | speelkwartier | speelduur; speeltijd; speeluur; tijd bestemd voor spelen; wedstrijdduur |
Verb | Related Translations | Other Translations |
break | aan stukken breken; aan stukken slaan; breken; in stukken breken; ingooien; inslaan; kapot maken; kapotbreken; kapotgaan; kapotmaken; kapotslaan; knakken; licht worden; lichten; met opzet kapotmaken; moeren; mollen; onklaar raken; slechten; stukbreken; stukgaan; stukslaan; verbrijzelen; zich misdragen |