Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. spelingen:
  2. speling:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for spelingen from Dutch to English

spelingen:

spelingen [de ~] noun, plural

  1. de spelingen
    the margins

Translation Matrix for spelingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
margins spelingen kanten; marges; speelruimten

Related Words for "spelingen":


spelingen form of speling:

speling [de ~ (v)] noun

  1. de speling (marge; speelruimte)
    the leeway; the margin; the play

Translation Matrix for speling:

NounRelated TranslationsOther Translations
leeway marge; speelruimte; speling
margin marge; speelruimte; speling kantlijn; marge; paginamarge; vrije ruimte; winstmarge
play marge; speelruimte; speling capriool; concours; drama; gespeel; kinderspel; partij; partijtje; pot; potje; schouwspel; spel; strijd; stuk; toneelstuk; wedstrijd; wedstrijdje
VerbRelated TranslationsOther Translations
play afspelen; bespelen; doen alsof; dollen; ravotten; spelen; stoeien; toneelspelen; wild rennen; wild spelen; zich aanstellen; zich uitleven

Related Words for "speling":


Wiktionary Translations for speling:

speling
noun
  1. jarring motion in badly fitting machinery
  2. mechanical: distance of free movement between connected parts