Dutch
Detailed Translations for stoof from Dutch to English
stoof:
-
de stoof (voetenwarmer)
Translation Matrix for stoof:
Noun | Related Translations | Other Translations |
foot stove | stoof; voetenwarmer | |
foot-warmer | stoof; voetenwarmer |
Related Words for "stoof":
Wiktionary Translations for stoof:
stoof
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stoof | → stove | ↔ étuve — Lieu où l'on élève à volonté la température pour provoquer la transpiration. |
stoof form of stuiven:
-
stuiven
Conjugations for stuiven:
o.t.t.
- stuif
- stuift
- stuift
- stuiven
- stuiven
- stuiven
o.v.t.
- stoof
- stoof
- stoof
- stoven
- stoven
- stoven
v.t.t.
- heb gestoven
- hebt gestoven
- heeft gestoven
- hebben gestoven
- hebben gestoven
- hebben gestoven
v.v.t.
- had gestoven
- had gestoven
- had gestoven
- hadden gestoven
- hadden gestoven
- hadden gestoven
o.t.t.t.
- zal stuiven
- zult stuiven
- zal stuiven
- zullen stuiven
- zullen stuiven
- zullen stuiven
o.v.t.t.
- zou stuiven
- zou stuiven
- zou stuiven
- zouden stuiven
- zouden stuiven
- zouden stuiven
en verder
- ben gestoven
- bent gestoven
- is gestoven
- zijn gestoven
- zijn gestoven
- zijn gestoven
diversen
- stuif!
- stuift!
- gestoven
- stuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stuiven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
blow | bluts; deuk; dreun; duw; duwtje; fiasco; flop; handslag; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klop; knal; lel; mep; misrekening; misslag; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; por; slag; sof; stoot; stootje; tegenvaller; teleurstelling; terugslag; tik; toegebrachte klap; zet | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
blow | stuiven | 'm piepen; 'm smeren; aanblazen; aanwakkeren; afzuigen; blazen; doen opvlammen; fellatio doen; fladderen; fluiten; hard waaien; hijgen; iets vergallen; pijpen; puffen; verknoeien; waaien; wapperen; zuigen |
fly about | stuiven |
stoof form of stoven:
-
stoven
Conjugations for stoven:
o.t.t.
- stoof
- stooft
- stooft
- stoven
- stoven
- stoven
o.v.t.
- stoofte
- stoofte
- stoofte
- stooften
- stooften
- stooften
v.t.t.
- heb gestoofd
- hebt gestoofd
- heeft gestoofd
- hebben gestoofd
- hebben gestoofd
- hebben gestoofd
v.v.t.
- had gestoofd
- had gestoofd
- had gestoofd
- hadden gestoofd
- hadden gestoofd
- hadden gestoofd
o.t.t.t.
- zal stoven
- zult stoven
- zal stoven
- zullen stoven
- zullen stoven
- zullen stoven
o.v.t.t.
- zou stoven
- zou stoven
- zou stoven
- zouden stoven
- zouden stoven
- zouden stoven
en verder
- ben gestoofd
- bent gestoofd
- is gestoofd
- zijn gestoofd
- zijn gestoofd
- zijn gestoofd
diversen
- stoof!
- stooft!
- gestoofd
- stovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for stoven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
stew | stamppot | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
stew | stoven | op vuur pruttelen; pruttelen; smoren; stoffen; sudderen |