Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. stop:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stopen from Dutch to English

stopen:


Related Words for "stopen":


stop:

stop [de ~ (m)] noun

  1. de stop (zekering)
    the safety fuse; the fuse; the fuze

Translation Matrix for stop:

NounRelated TranslationsOther Translations
fuse stop; zekering lont; ontbranden; ontsteking; ontvlammen
fuze stop; zekering lont; ontbranden; ontsteking; ontvlammen
safety fuse stop; zekering
VerbRelated TranslationsOther Translations
fuse door hitte vloeibaar worden; een fusie aangaan; fuseren; ineensmelten; omsmelten; samengaan; samensmelten; samenvloeien; smelten; versmelten
fuze door hitte vloeibaar worden; een fusie aangaan; fuseren; ineensmelten; omsmelten; samengaan; samensmelten; samenvloeien; smelten; versmelten

Related Words for "stop":


Wiktionary Translations for stop:

stop
noun
  1. bottle stopper
  2. hole filler
  3. interruption of travel

Cross Translation:
FromToVia
stop electric plug bouchon — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations: