Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. televisieapparaat:


Dutch

Detailed Translations for televisieapparaat from Dutch to English

televisieapparaat:

televisieapparaat [het ~] noun

  1. het televisieapparaat (televisietoestel; buis; televisie)
    the television; the tube; the TV set; the television set

Translation Matrix for televisieapparaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
TV set buis; televisie; televisieapparaat; televisietoestel
television buis; televisie; televisieapparaat; televisietoestel televisie; tv
television set buis; televisie; televisieapparaat; televisietoestel
tube buis; televisie; televisieapparaat; televisietoestel buis; etui; foedraal; koker; kokervormig doosje; metro; ondergrondse; tube