Dutch
Detailed Translations for ten onrechte from Dutch to English
ten onrechte:
-
ten onrechte (onjuist; verkeerd; foutief; fout; ernaast; onwaar; mis)
incorrect; faulty; inaccurate; wrong; amiss; wrongly; false; off target; bad; off-
incorrect adj
-
faulty adj
-
inaccurate adj
-
wrong adj
-
amiss adj
-
wrongly adv
-
false adj
-
off target adj
-
bad adj
-
off adj
-
-
ten onrechte (abusievelijk; verkeerd)
-
ten onrechte (valselijk; vals)
Translation Matrix for ten onrechte:
External Machine Translations: