Dutch
Detailed Translations for theoretiseren from Dutch to English
theoretiseren:
-
theoretiseren
Conjugations for theoretiseren:
o.t.t.
- theoretiseer
- theoretiseert
- theoretiseert
- theoretiseren
- theoretiseren
- theoretiseren
o.v.t.
- theoretiseerde
- theoretiseerde
- theoretiseerde
- theoretiseerden
- theoretiseerden
- theoretiseerden
v.t.t.
- heb getheoretiseerd
- hebt getheoretiseerd
- heeft getheoretiseerd
- hebben getheoretiseerd
- hebben getheoretiseerd
- hebben getheoretiseerd
v.v.t.
- had getheoretiseerd
- had getheoretiseerd
- had getheoretiseerd
- hadden getheoretiseerd
- hadden getheoretiseerd
- hadden getheoretiseerd
o.t.t.t.
- zal theoretiseren
- zult theoretiseren
- zal theoretiseren
- zullen theoretiseren
- zullen theoretiseren
- zullen theoretiseren
o.v.t.t.
- zou theoretiseren
- zou theoretiseren
- zou theoretiseren
- zouden theoretiseren
- zouden theoretiseren
- zouden theoretiseren
en verder
- ben getheoretiseerd
- bent getheoretiseerd
- is getheoretiseerd
- zijn getheoretiseerd
- zijn getheoretiseerd
- zijn getheoretiseerd
diversen
- theoretiseer!
- theoretiseert!
- getheoretiseerd
- theoretiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for theoretiseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
conjecture | theoretiseren | gissen; gissing maken; met aandelen spelen; raden; speculeren |
speculate | theoretiseren | gewaagde zaken doen; gissen; gissing maken; gokken; met aandelen spelen; met geld spelen; raden; speculeren; speculeren op |
theorise | theoretiseren | |
theorize | theoretiseren |