Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. toegedekt zijn:


Dutch

Detailed Translations for toegedekt zijn from Dutch to English

toegedekt zijn:

toegedekt zijn verb (ben toegedekt, bent toegedekt, was toegedekt, waren toegedekt, toegedekt geweest)

  1. toegedekt zijn

Conjugations for toegedekt zijn:

o.t.t.
  1. ben toegedekt
  2. bent toegedekt
  3. bent toegedekt
  4. zijn toegedekt
  5. zijn toegedekt
  6. zijn toegedekt
o.v.t.
  1. was toegedekt
  2. was toegedekt
  3. was toegedekt
  4. waren toegedekt
  5. waren toegedekt
  6. waren toegedekt
v.t.t.
  1. ben toegedekt geweest
  2. bent toegedekt geweest
  3. is toegedekt geweest
  4. zijn toegedekt geweest
  5. zijn toegedekt geweest
  6. zijn toegedekt geweest
v.v.t.
  1. was toegedekt geweest
  2. was toegedekt geweest
  3. was toegedekt geweest
  4. waren toegedekt geweest
  5. waren toegedekt geweest
  6. waren toegedekt geweest
o.t.t.t.
  1. zal toegedekt zijn
  2. zult toegedekt zijn
  3. zal toegedekt zijn
  4. zullen toegedekt zijn
  5. zullen toegedekt zijn
  6. zullen toegedekt zijn
o.v.t.t.
  1. zou toegedekt zijn
  2. zou toegedekt zijn
  3. zou toegedekt zijn
  4. zouden toegedekt zijn
  5. zouden toegedekt zijn
  6. zouden toegedekt zijn
diversen
  1. ben toegedekt!
  2. bent toegedekt!
  3. toegedekt geweest
  4. toegedekt zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toegedekt zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
be covered up toegedekt zijn

Related Translations for toegedekt zijn