Dutch
Detailed Translations for toevertrouwen from Dutch to English
toevertrouwen:
-
toevertrouwen
Conjugations for toevertrouwen:
o.t.t.
- vertrouw toe
- vertrouwt toe
- vertrouwt toe
- vertrouwen toe
- vertrouwen toe
- vertrouwen toe
o.v.t.
- vertrouwde toe
- vertrouwde toe
- vertrouwde toe
- vertrouwden toe
- vertrouwden toe
- vertrouwden toe
v.t.t.
- heb toevertrouwd
- hebt toevertrouwd
- heeft toevertrouwd
- hebben toevertrouwd
- hebben toevertrouwd
- hebben toevertrouwd
v.v.t.
- had toevertrouwd
- had toevertrouwd
- had toevertrouwd
- hadden toevertrouwd
- hadden toevertrouwd
- hadden toevertrouwd
o.t.t.t.
- zal toevertrouwen
- zult toevertrouwen
- zal toevertrouwen
- zullen toevertrouwen
- zullen toevertrouwen
- zullen toevertrouwen
o.v.t.t.
- zou toevertrouwen
- zou toevertrouwen
- zou toevertrouwen
- zouden toevertrouwen
- zouden toevertrouwen
- zouden toevertrouwen
en verder
- ben toevertrouwd
- bent toevertrouwd
- is toevertrouwd
- zijn toevertrouwd
- zijn toevertrouwd
- zijn toevertrouwd
diversen
- vertrouw toe!
- vertrouwt toe!
- toevertrouwd
- toevertrouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
toevertrouwen (in bewaring geven; bewaring)
-
toevertrouwen (in vertrouwen nemen)
Translation Matrix for toevertrouwen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
deposit at | bewaring; in bewaring geven; toevertrouwen | |
entrust to | bewaring; in bewaring geven; toevertrouwen | |
leave with | bewaring; in bewaring geven; toevertrouwen | |
lodge with | bewaring; in bewaring geven; toevertrouwen | |
taking someone into one's confidence | in vertrouwen nemen; toevertrouwen | |
trust | in vertrouwen nemen; toevertrouwen | fonds; kartel; pensioenfonds; syndicaat; trust; vertrouwen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
entrust | toevertrouwen | |
trust | vertrouwen |
Wiktionary Translations for toevertrouwen:
toevertrouwen
Cross Translation:
verb
toevertrouwen
-
diensten, kennis, goederen etc. delen of beschikbaarstellen aan een betrouwbaar persoon
- toevertrouwen → entrust
verb
-
To trust to the care of
-
intransitive: To take (someone) into one's confidence
-
confide in someone
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toevertrouwen | → confide; entrust; have confidence in; trust; commend; consign | ↔ confier — Traductions à trier suivant le sens |