Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. toneelstukje:
  2. toneelstuk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toneelstukje from Dutch to English

toneelstukje:

toneelstukje [het ~] noun

  1. het toneelstukje
    the playlet

Translation Matrix for toneelstukje:

NounRelated TranslationsOther Translations
playlet toneelstukje

Related Words for "toneelstukje":


toneelstukje form of toneelstuk:

toneelstuk [het ~] noun

  1. het toneelstuk (stuk; schouwspel; drama)
    the stage play; the play; the production

Translation Matrix for toneelstuk:

NounRelated TranslationsOther Translations
play drama; schouwspel; stuk; toneelstuk capriool; concours; gespeel; kinderspel; marge; partij; partijtje; pot; potje; speelruimte; spel; speling; strijd; wedstrijd; wedstrijdje
production drama; schouwspel; stuk; toneelstuk aanfok; aankweek; aankweken; aanmaak; aanmaken; aanplant; cultuur; fabricage; fabricatie; fabriceren; fok; fokkerij; kweken; maken; produceren; productie; reproductie; teelt; verbouw; vervaardigen; vervaardiging; voortbrenging; voortplanting
stage play drama; schouwspel; stuk; toneelstuk
VerbRelated TranslationsOther Translations
play afspelen; bespelen; doen alsof; dollen; ravotten; spelen; stoeien; toneelspelen; wild rennen; wild spelen; zich aanstellen; zich uitleven

Related Words for "toneelstuk":


Wiktionary Translations for toneelstuk:

toneelstuk
noun
  1. Theatrical play
  2. theatrical performance

Cross Translation:
FromToVia
toneelstuk play; theatre play pièce de théâtreœuvre destinée à être jouer durant une représentation théâtrale.

External Machine Translations: