Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tuchteloosheid:
  2. tuchteloos:


Dutch

Detailed Translations for tuchteloosheid from Dutch to English

tuchteloosheid:

tuchteloosheid [de ~ (v)] noun

  1. de tuchteloosheid (ongedisciplineerdheid)

Translation Matrix for tuchteloosheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
undisciplinedness ongedisciplineerdheid; tuchteloosheid

Related Words for "tuchteloosheid":


tuchteloosheid form of tuchteloos:

tuchteloos adj

  1. tuchteloos (losbandig)

Translation Matrix for tuchteloos:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
lawless losbandig; tuchteloos bandeloos; verwilderd
obscene losbandig; tuchteloos obsceen; schuin; vies; vunzig; zedeloos
vulgar losbandig; tuchteloos banaal; effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; grof; laag-bij-de-grond; lomp; ordinair; plat; platvloers; schunnig; strak; triviaal; vlak; vlakuit; vulgair; vunzig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
liscencious losbandig; tuchteloos

Related Words for "tuchteloos":


External Machine Translations: