Summary
Dutch
Detailed Translations for verdampen from Dutch to English
verdampen:
-
verdampen (dampen; rook afgeven)
-
verdampen (vervliegen; tot damp worden)
Conjugations for verdampen:
o.t.t.
- verdamp
- verdampt
- verdampt
- verdampen
- verdampen
- verdampen
o.v.t.
- verdampte
- verdampte
- verdampte
- verdampten
- verdampten
- verdampten
v.t.t.
- heb verdampt
- hebt verdampt
- heeft verdampt
- hebben verdampt
- hebben verdampt
- hebben verdampt
v.v.t.
- had verdampt
- had verdampt
- had verdampt
- hadden verdampt
- hadden verdampt
- hadden verdampt
o.t.t.t.
- zal verdampen
- zult verdampen
- zal verdampen
- zullen verdampen
- zullen verdampen
- zullen verdampen
o.v.t.t.
- zou verdampen
- zou verdampen
- zou verdampen
- zouden verdampen
- zouden verdampen
- zouden verdampen
diversen
- verdamp!
- verdampt!
- verdampt
- verdampend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verdampen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
steam | stoom; uitwaseming; wasem; waterdamp; zichtbare damp | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
condense | tot damp worden; verdampen; vervliegen | condenseren; dikker worden; door koken dikker maken; door koken dikker worden; door koken verdikken; geconcentreerder worden; inbinden; indikken; inkoken; kort samenvatten; recapituleren; samenvatten; stollen; verdikken |
evaporate | dampen; rook afgeven; verdampen | dampen; stomen; uitwasemen; vervluchtigen; wasemen |
steam | dampen; rook afgeven; verdampen | dampen; stomen; uitwasemen; wasemen |