Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verfrissen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verfris from Dutch to English

verfrissen:

verfrissen verb (verfris, verfrist, verfriste, verfristen, verfrist)

  1. verfrissen (opfrissen; verkwikken; verkoelen; verlevendigen)
    to freshen up; to refresh; to tidy up; to freshen
    • freshen up verb (freshens up, freshened up, freshening up)
    • refresh verb (refreshs, refreshed, refreshing)
    • tidy up verb (tidies up, tidied up, tidying up)
    • freshen verb (freshens, freshened, freshening)
  2. verfrissen (opfrissen; verlevendigen; verkwikken)
    to refresh; to revive; to enliven; to freshen up
    • refresh verb (refreshs, refreshed, refreshing)
    • revive verb (revives, revived, reviving)
    • enliven verb (enlivens, enlivened, enlivening)
    • freshen up verb (freshens up, freshened up, freshening up)
  3. verfrissen (verkwikken)
    to refresh
    • refresh verb (refreshs, refreshed, refreshing)

Conjugations for verfrissen:

o.t.t.
  1. verfris
  2. verfrist
  3. verfrist
  4. verfrissen
  5. verfrissen
  6. verfrissen
o.v.t.
  1. verfriste
  2. verfriste
  3. verfriste
  4. verfristen
  5. verfristen
  6. verfristen
v.t.t.
  1. heb verfrist
  2. hebt verfrist
  3. heeft verfrist
  4. hebben verfrist
  5. hebben verfrist
  6. hebben verfrist
v.v.t.
  1. had verfrist
  2. had verfrist
  3. had verfrist
  4. hadden verfrist
  5. hadden verfrist
  6. hadden verfrist
o.t.t.t.
  1. zal verfrissen
  2. zult verfrissen
  3. zal verfrissen
  4. zullen verfrissen
  5. zullen verfrissen
  6. zullen verfrissen
o.v.t.t.
  1. zou verfrissen
  2. zou verfrissen
  3. zou verfrissen
  4. zouden verfrissen
  5. zouden verfrissen
  6. zouden verfrissen
diversen
  1. verfris!
  2. verfrist!
  3. verfrist
  4. verfrissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verfrissen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
enliven opfrissen; verfrissen; verkwikken; verlevendigen
freshen opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
freshen up opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen fatsoeneren; frisser worden
refresh opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen activeren; hernieuwen; opleven; opnieuw doen; opwekken; overdoen; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen; vernieuwen; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
revive opfrissen; verfrissen; verkwikken; verlevendigen activeren; bekomen; herleven; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen; weer krachtig worden; zich hervinden
tidy up opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen bergen; opruimen; reinigen; schoonmaken; stalmesten; uitmesten; uitruimen

Wiktionary Translations for verfrissen:

verfrissen
verb
  1. to become cooler (temperature
  2. To renew or revitalize

Cross Translation:
FromToVia
verfrissen refresh rafraîchir — rendre frais

External Machine Translations: