Dutch
Detailed Translations for vermenselijken from Dutch to English
vermenselijken:
-
vermenselijken
Conjugations for vermenselijken:
o.t.t.
- vermenselijk
- vermenselijkt
- vermenselijkt
- vermenselijken
- vermenselijken
- vermenselijken
o.v.t.
- vermenselijkte
- vermenselijkte
- vermenselijkte
- vermenselijkten
- vermenselijkten
- vermenselijkten
v.t.t.
- heb vermenselijkt
- hebt vermenselijkt
- heeft vermenselijkt
- hebben vermenselijkt
- hebben vermenselijkt
- hebben vermenselijkt
v.v.t.
- had vermenselijkt
- had vermenselijkt
- had vermenselijkt
- hadden vermenselijkt
- hadden vermenselijkt
- hadden vermenselijkt
o.t.t.t.
- zal vermenselijken
- zult vermenselijken
- zal vermenselijken
- zullen vermenselijken
- zullen vermenselijken
- zullen vermenselijken
o.v.t.t.
- zou vermenselijken
- zou vermenselijken
- zou vermenselijken
- zouden vermenselijken
- zouden vermenselijken
- zouden vermenselijken
diversen
- vermenselijk!
- vermenselijkt!
- vermenselijkt
- vermenselijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vermenselijken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
humanise | vermenselijken | |
humanize | vermenselijken |