Dutch
Detailed Translations for vlak from Dutch to English
vlak:
-
vlak (effen; gelijk; egaal; glad; geslepen; strak; plat; vlakuit)
-
vlak (horizontaal; plat)
horizontal-
horizontal adj
-
-
vlak (geëgaliseerd; plat)
Translation Matrix for vlak:
Related Words for "vlak":
Synonyms for "vlak":
Antonyms for "vlak":
Related Definitions for "vlak":
Wiktionary Translations for vlak:
vlak
vlak
Cross Translation:
adjective
-
same height at all places
-
having no variations in altitude
-
flat and level
-
of a surface: flat or level.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vlak | → plain; plane | ↔ plaine — plat campagne, grande étendue de terre dans un pays uni. |
• vlak | → flat; even; level; smooth | ↔ plat — sans relief. |
vlak form of vlakken:
Conjugations for vlakken:
o.t.t.
- vlak
- vlakt
- vlakt
- vlakken
- vlakken
- vlakken
o.v.t.
- vlakte
- vlakte
- vlakte
- vlakten
- vlakten
- vlakten
v.t.t.
- heb gevlakt
- hebt gevlakt
- heeft gevlakt
- hebben gevlakt
- hebben gevlakt
- hebben gevlakt
v.v.t.
- had gevlakt
- had gevlakt
- had gevlakt
- hadden gevlakt
- hadden gevlakt
- hadden gevlakt
o.t.t.t.
- zal vlakken
- zult vlakken
- zal vlakken
- zullen vlakken
- zullen vlakken
- zullen vlakken
o.v.t.t.
- zou vlakken
- zou vlakken
- zou vlakken
- zouden vlakken
- zouden vlakken
- zouden vlakken
diversen
- vlak!
- vlakt!
- gevlakt
- vlakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vlakken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
eliminate | elimineren; wegwerken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
blot out | uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen | doorstrepen |
delete | uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen | doorhalen; schrappen; verwijderen |
eliminate | uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen | afbreken; afmaken; koudmaken; liquideren; ruineren; slopen; uit de weg ruimen; uitroeien; vernielen; vernietigen; verwoesten |
erase | uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen | vagen |
rub out | uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen | |
wipe | uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen | zemen |
wipe out | uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen | uitroeien; vagen; wegvagen |