Dutch
Detailed Translations for voorsorteren from Dutch to English
voorsorteren:
-
voorsorteren
Conjugations for voorsorteren:
o.t.t.
- sorteer voor
- sorteert voor
- sorteert voor
- sorteren voor
- sorteren voor
- sorteren voor
o.v.t.
- sorteerde voor
- sorteerde voor
- sorteerde voor
- sorteerden voor
- sorteerden voor
- sorteerden voor
v.t.t.
- heb voorgesorteerd
- hebt voorgesorteerd
- heeft voorgesorteerd
- hebben voorgesorteerd
- hebben voorgesorteerd
- hebben voorgesorteerd
v.v.t.
- had voorgesorteerd
- had voorgesorteerd
- had voorgesorteerd
- hadden voorgesorteerd
- hadden voorgesorteerd
- hadden voorgesorteerd
o.t.t.t.
- zal voorsorteren
- zult voorsorteren
- zal voorsorteren
- zullen voorsorteren
- zullen voorsorteren
- zullen voorsorteren
o.v.t.t.
- zou voorsorteren
- zou voorsorteren
- zou voorsorteren
- zouden voorsorteren
- zouden voorsorteren
- zouden voorsorteren
diversen
- sorteer voor!
- sorteert voor!
- voorgesorteerd
- voorsorterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorsorteren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
sort | genre; slag; soort; type | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
sort | voorsorteren | sorteren |
External Machine Translations: