Dutch
Detailed Translations for waterskiënd from Dutch to English
waterskiën:
-
waterskiën
Conjugations for waterskiën:
o.t.t.
- waterski
- waterskiet
- waterskiet
- waterskiën
- waterskiën
- waterskiën
o.v.t.
- waterskiede
- waterskiede
- waterskiede
- waterskieden
- waterskieden
- waterskieden
v.t.t.
- heb gewaterskied
- hebt gewaterskied
- heeft gewaterskied
- hebben gewaterskied
- hebben gewaterskied
- hebben gewaterskied
v.v.t.
- had gewaterskied
- had gewaterskied
- had gewaterskied
- hadden gewaterskied
- hadden gewaterskied
- hadden gewaterskied
o.t.t.t.
- zal waterskiën
- zult waterskiën
- zal waterskiën
- zullen waterskiën
- zullen waterskiën
- zullen waterskiën
o.v.t.t.
- zou waterskiën
- zou waterskiën
- zou waterskiën
- zouden waterskiën
- zouden waterskiën
- zouden waterskiën
diversen
- waterski!
- waterskiet!
- gewaterskied
- waterskiënd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for waterskiën:
Verb | Related Translations | Other Translations |
water-ski | waterskiën |
Wiktionary Translations for waterskiën:
waterskiën
verb
-
zich op waterski's achter een snelle boot laten voorttrekken
- waterskiën → water-skiing
External Machine Translations: