Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. weerga:


Dutch

Detailed Translations for weerga from Dutch to English

weerga:

weerga [de ~] noun

  1. de weerga (gelijke)
    the equal; the peer; the match

weerga adj

  1. weerga (zijnsgelijke)

Translation Matrix for weerga:

NounRelated TranslationsOther Translations
equal gelijke; weerga
match gelijke; weerga concours; lucifer; luciferhoutje; match; partij; pot; strijd; wedstrijd
peer gelijke; weerga peer
VerbRelated TranslationsOther Translations
match bijpassen; congruent zijn; evenaren; kloppen; kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen; overeenstemmen met; passen; stroken; stroken met
peer koekeloeren; speurend kijken; staarogen; turen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
equal bestand tegen; bestendig; gelijkwaardig; opgewassen tegen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
his equal weerga; zijnsgelijke

Related Translations for weerga