Dutch
Detailed Translations for wist from Dutch to English
wissen:
Conjugations for wissen:
o.t.t.
- wis
- wist
- wist
- wissen
- wissen
- wissen
o.v.t.
- wiste
- wiste
- wiste
- wisten
- wisten
- wisten
v.t.t.
- heb gewist
- hebt gewist
- heeft gewist
- hebben gewist
- hebben gewist
- hebben gewist
v.v.t.
- had gewist
- had gewist
- had gewist
- hadden gewist
- hadden gewist
- hadden gewist
o.t.t.t.
- zal wissen
- zult wissen
- zal wissen
- zullen wissen
- zullen wissen
- zullen wissen
o.v.t.t.
- zou wissen
- zou wissen
- zou wissen
- zouden wissen
- zouden wissen
- zouden wissen
diversen
- wis!
- wist!
- gewist
- wissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wissen:
Related Words for "wissen":
Antonyms for "wissen":
Related Definitions for "wissen":
Wiktionary Translations for wissen:
wissen
Cross Translation:
verb
wissen
-
(overgankelijk) het niet meer laten bestaan van
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wissen | → erase; delete; wipe; wipe off; clear; wipe out | ↔ effacer — Faire disparaître plus ou moins, parler de la forme, des couleurs de quelque chose. |
• wissen | → dust; wipe dry; wipe off; clear | ↔ essuyer — Traductions à trier suivant le sens |
weten:
-
weten (op de hoogte zijn)
Conjugations for weten:
o.t.t.
- weet
- weet
- weet
- weten
- weten
- weten
o.v.t.
- wist
- wist
- wist
- wisten
- wisten
- wisten
v.t.t.
- heb geweten
- hebt geweten
- heeft geweten
- hebben geweten
- hebben geweten
- hebben geweten
v.v.t.
- had geweten
- had geweten
- had geweten
- hadden geweten
- hadden geweten
- hadden geweten
o.t.t.t.
- zal weten
- zult weten
- zal weten
- zullen weten
- zullen weten
- zullen weten
o.v.t.t.
- zou weten
- zou weten
- zou weten
- zouden weten
- zouden weten
- zouden weten
diversen
- weet!
- weet!
- geweten
- wetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
weten (kennis)
-
weten (wetenschap)
Translation Matrix for weten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
knowledge | kennis; weten; wetenschap | bekende; geleerdheid; kennis; medeweten |
science | weten; wetenschap | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
be informed | op de hoogte zijn; weten | |
know | op de hoogte zijn; weten | kennen |
- | kennen |
Related Words for "weten":
Synonyms for "weten":
Related Definitions for "weten":
Wiktionary Translations for weten:
weten
Cross Translation:
verb
weten
-
ergens kennis van hebben
- weten → know
noun
-
total of what is known, product of learning
-
awareness, state of having been informed
-
fact of knowing about something; understanding, familiarity with information
-
fact of knowing something
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• weten | → knowledge | ↔ Wissen — Kenntnis und Verständnis von Fakten, Wahrheiten und Informationen |
• weten | → know | ↔ wissen — Kenntnis haben, sich über etwas Wahres sicher sein |
• weten | → command; competence; competency; proficiency; skill; ken; awareness; consciousness; lucidity; realization | ↔ connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître |
• weten | → know; wot | ↔ savoir — connaître, avoir connaissance de. |